Salvador Dalí werd als zoon van een notaris geboren in het Spaanse Figueras op 11 mei 1904 en stierf er op 23 januari 1989. In 1929 vestigde hij zich in Parijs waar hij zich als een vis in het water voelde in surrealistische kringen, kunstenaars die beïnvloed werden door onder andere de ideeën van Sigmund Freud. Hij begon in zijn onderbewuste te graven en wat hij daar vond, werd in symbolische beelden op het doek vertaald. Dat hij daarbij een bijna fotografisch realisme hanteerde, maakte zijn beeldtaal nog indrukwekkender en verontrustender. Hij werkte in Parijs onder andere samen met de beroemde cineast Luis Buñuel, waarmee hij in 1929 de schandaalfilm Un chien Andalou maakte, een hoogtepunt in de filmkunst. In hetzelfde jaar ontmoette Dalí de (getrouwde) Gala, het was liefde op het eerste gezicht en na haar scheiding trouwden zij in 1934. Zij zou voor altijd zijn muze, inspiratiebron en manager blijven. In 1940 vestigde hij zich in de Verenigde Staten waar hij 15 jaar zou wonen, waarna hij terugkeerde naar Spanje. Deze periode staat bekend als zijn "klassieke" periode, waarin hij zijn gedachten over wetenschap en geloof uitte. In 1974 opende Dalí zijn "Teatro Museo Dalí" in Figueras. Nog steeds trekt dit museum met onder andere schilderijen, beelden en muurschilderingen, jaarlijks vele duizenden belangstellenden. Vooral in zijn grote ego en gevleugelde uitspraken is Dalí onnavolgbaar gebleken.